Vandaag is het 25 jaar geleden dat mijn vader overleed.
Hij was 71 jaar.
Ik wilde vandaag een stukje over hem schrijven. Maar ik realiseerde me dat ik eigenlijk niet zoveel weet te vertellen. Dat is pijnlijk. Verdrietig. Ik vertelde erover en schoot vol.
Toch mis ik hem. Heb ik nog steeds het verlangen om WEL te delen. Niet om zijn goedkeuring te krijgen, maar omdat ik hem een wijze man vond. Het verlangen naar een goed gesprek.
Dat terwijl de mooiste herinnering die ik aan hem heb een wandeling was, waarbij weinig of niets gezegd werd, maar ik wel een ongelooflijk gevoel van verbondenheid ervaarde.
Ik was bij zijn graf, en voelde die verbondenheid weer. Zonder woorden. Ik zie zijn steen altijd als dekentje op zijn bed. Ik ga dan bij hem zitten en vertel in gedachten alles wat ik nooit heb gezegd en gevraagd.
Ik maakte deze foto, van een bloem bij de steen. De bloem deed me aan mezelf denken. Als een muurbloempje. Ik uitte me niet, zat langs de kant en keek toe. Keek toe hoe al die “grote mensen” hun leven leefden en speelden. Totdat ik niet meer wist wie of wat ik was. Mijn IK er alleen nog maar in uitbarstingen uit kwam, en ik vervolgens in grote verwarring achter bleef.
Jaren heb ik mijn ouders veel verweten. Gaf ik mijn opvoeding en ervaringen de schuld van veel dingen die in mijn leven niet liepen zoals ik “eigenlijk” wilde. Van mijn overtuigingen als “ik doe er niet toe”, “ik ben niet goed genoeg”, en “ik mag niet doen wat ik wil, ik moet aan de eisen van anderen voldoen”. Ik voelde me klein, dom en onbelangrijk. Ik mocht mijn gevoelens niet laten zien.
Nu weet ik dat overtuigingen en gevoelens in de genen doorgegeven worden EN dat deze informatie getransformeerd kan worden. Al deze gevoelens werden dus hooguit getriggerd door mijn ervaringen, maar zijn er niet de oorzaak van!
Nu ik die overtuigingen achter me heb gelaten kan ik met een heldere blik naar het verleden kijken. Voel ik het plezier dat ik had, wanneer ik bij het klaverjassen de troefkaart mocht draaien. Wat voelde ik me groot. Ik voel weer de trots dat ik een gedicht voor mocht dragen, in het Maastrichts nog wel, toen mijn ouders 25 jaar getrouwd waren. Ik zie ook de wanhoop, zowel bij mijzelf als mijn ouders, toen het in mijn pubertijd niet goed met me ging.
Mijn perceptie van mijn jeugd is veranderd. Wat een geschenk.
Ik voel de warmte en geborgenheid die mijn vader gaf. Zie zijn zachtheid en zijn worstelingen.
Ja, dit opschrijven raakt me. Maar ik kan het loslaten. Ik wordt niet meer boos, verbitterd en ongelukkig van de herinneringen. Ik koester ze. Zoals ik ook mijn vader koester.
En dat muurbloempje…Dat is de bloem die ongelooflijk sterk is. Die nog steeds bloeit en straalt, wanneer de rest het al lang opgegeven heeft!